Géorg Kluger is 14 wanneer zijn vader, niet-praktiserende Jood en zaakvoerder van een schoenenfabriek in Wenen, hem in maart 1939 op de Rode Kruistrein naar Antwerpen zet. Met de belofte dat hij en zijn moeder hem snel zullen nareizen. Zij zullen er echter nooit geraken... Géorg is alleen op de wereld. In Antwerpen wordt de jongen echter niet goed opgevangen. Hij belandt in een Franstalig internaat in Kalmthout. Als de oorlog uitbreekt in mei 1940 vlucht Géorg met zijn leraren naar Leffinge. De gebeurtenissen tijdens de 'Achttiendaagse Veldtocht' schuiven aan zijn ogen voorbij. In november neemt het flink afgeslankte internaat zijn intrek in een verlaten kasteel in Bassines, een piepklein gehucht van Méan-en-Condroz. Vanaf nu volgen de beangstigende en gruwelijke gebeurtenissen zich op. Verraad en heldhaftigheid gaan hand in hand. Zal hij de oorlog overleven? Zal hij zijn ouders ooit terugzien? Géorg Kluger was de oom van Karine Van den Heuvel-Huts, vrouw van ondernemer Fernand Huts, die onder meer werkzaam was als rechter bij de rechtbank van eerste aanleg in Dendermonde. Samen met auteur Ivo Pauwels dook zij meer dan twee jaar lang in Géorg Klugers verleden. Ivo Pauwels boetseerde het geheel tot een aangrijpende kroniek over een van de verborgen oorlogskinderen van WOII.