Schrijver Jozef Simons hield tijdens de oorlogsjaren een bijzonder dagboek bij, waarin hij een unieke kijk biedt op het leven achter en aan het front. Tijdens de eerste twee oorlogsjaren (1914-1916) is hij huisleraar op het kasteel De Lovie in Proven bij Poperinge, dat bewoond werd door het grote gezin van graaf Joseph de Brouchoven de Bergeyck, maar ook een Brits hoofdkwartier was. Naast huisleraar is Jozef Simons er gelegenheidstolk (o.a. voor de Prins van Wales) en compagnon van de gravin aan de vleugelpiano. Van oktober 1916 tot 1918 beleeft Simons aan het front de ellende van de Vlaamse soldaten. Hij sluit zich aan bij de Frontbeweging, samen met onder anderen Adiel Debeuckelaere, Hendrik Borginon en Filip de Pillecyn. Discreet schrijft hij in zijn dagboek over hun geheime vergaderingen.